Synode-indrukken.
I. De stad onzer bijeenkomsten. Toen de Synode-leden naar Utreclhlt trokken, zullen zij wellicht verwacht hebben nogal dikwijls de benaming „grijze bisschopstad" in de redevoeringen te hooren. Dat is nu eenmaal het cliché voor Utrech ...
KERKELIJK LEVEN.
Dwaling is dwaling. Er bestaat geen red'en voor bet te verbergen, 'dat wij met leedwezen onderstaand schrij'ven van Dr Engelkes ontvangen, hebben.Er 'klinkt niet die toon Van - beslistheid in, die wij van hem als medewer'k'er aan ons blad gewend zijn. ...
Het Grieksche heldendicht.
III. Op de Ilias volgt de Odyssee; deze is een jongere schepping. De belangstelling igsaat nu uit naar den terugkeer der iGrieksche helden na de verovering van Troje, en zij oonoentreert zich oip , , den goddolijken duider' 'Odysseus.Reeds in de , 2e 'eeuw v ...
Het Grieksche heldendicht.
IV. Waarop berast nu'de altijd 'weer nieuwe aantrekkingskraicht van deze gedichten? Na een tijd vaa bijna 30 eeuwen zijn ze nog hiet verouderd, en hebben ze niets van hun oorspronkelijke frischheid verloren.We voelen ons verplaatst in. een 'andere, een schoo ...
Het Griekscbe heldendicht.
II. De naaarx van Homerus, zoo onafscheidelijk aan het Grieksche epos verbonden, klinkt ons zoo vertrouwd in de ooren, alsof het de naato' was van één van onze eigen dichters. Maar niet iedereen weet, dat Homerus inderdaad het probleem der problemen is in de geschi ...
Christendom en Kunst.
V. Het is zeer merli: !waardig, dat de aesthetisohe levensrichting allerlei uitdrukkingen overneemt, die eigenlijk het rechtmatig eigendolm zijn der zedelijke. Gunning, in zijn studie over Goethe's, Faust, tneent dat m'ein hier eigenlijk niet met oneerlijkhoid 'te ...
Het genieten van muziek.
IV. (Slot). Het vorige iartikel eindigd© toet de opn: ijerk'ing', da, t het ibezit van een „relatief' gehoor (d. i. het 'kunnen-onderschieiden van toonverhoudingen als tertsen^ kwinten, enz.) absolute voorwaarde is voor het 'begrijpen !yan miuziek. Het is echter ni ...
Iets over het boek in de oudheid.
I. Het oordeel, da.t wij over een „boek'' plegen te vellen of te hooren, betreft nu eens den inhoud, dan weer den uiterlijken vorm. Dikwijls hebben wij beide, vorm en inhoud, op het oog, wianneer wij een boek , , mooi", „oud" of „nieuwi", „groot" of „klein" noemen. ...
Christendom en Kunst.
VI. Is het nu wel wensahelijk, werd ons reeds van versöhillénde zijden ge'vraagd, deze twee levensrichtingen zóó tegenover elkander te plaatsen, alsof zij niets met elkaax gemeen hadden? Hadden wij niet liever het probleem .anders moeten aanvatten, en ojolk hier da ...
Het genieten van muziek.
II. Het gevoel voor schoonheid, bij weinigen totaal afwezig, bij zeer velen latent, kan door ernstig© inspanning en geduldig oefenen tot een ongedachte ontwikkeling komen. Dit was de hoo'fdinhoud van het vorige artikel, en het blijft gelden, ook' na wat ik nu ga ze ...